-
1 Strangulation
Strangulation〈v.; Strangulation, Strangulationen〉 -
2 Agraffe
-
3 Anzeichen
Anzeichen〈o.〉♦voorbeelden:es sind alle Anzeichen dafür gegeben, dass … • alles wijst erop dat …kein Anzeichen von Reue erkennen lassen • geen teken, spoor van berouw vertonen -
4 Apathie
-
5 Eichel
Eichel〈v.; Eichel, Eicheln〉 -
6 Gefäß
Gefäß〈o.; Gefäßes, Gefäße〉 -
7 Goldkrone
-
8 Herd
Herd〈m.; Herd(e)s, Herde〉♦voorbeelden: -
9 Impuls
Impuls〈m.; Impulses, Impulse〉♦voorbeelden:den Impuls zu einer Diskussion geben • de stoot, aanzet tot een discussie geven -
10 Iris
-
11 Krise
-
12 Labyrinth
-
13 Luftweg
-
14 Scheide
-
15 Stauung
-
16 Steigbügel
Steigbügel〈m.〉♦voorbeelden: -
17 Stiel
-
18 Strang
〈m.; Strang(e)s, Stränge〉1 touw, koord♦voorbeelden:4 〈informeel; figuurlijk〉 wenn alle Stränge reißen • in het ergste geval, als puntje bij paaltje komtsich in die Stränge legen • beginnen te trekken -
19 Tropfen
Tropfen〈m.; Tropfens, Tropfen〉♦voorbeelden:es regnete dicke Tropfen • het regende (in) dikke druppels2 ein edler, guter Tropfen • een edele, goede (fles) wijn -
20 ambulant
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский
ook medisch
Страницы